Single post
Met dank aan de geweldige ondersteuning van de medewerkers van Arti

De totstandkoming van de expositie – samenwerking met Arti et Amicitae

Bij het maken van de tentoonstelling Arti in oorlogstijd hebben wij als tentoonstellingsmakers het geluk gehad dat wij een ruimte in de sociëteit van Arti et Amicitiae als locatie mochten gebruiken. Deze beroemde vereniging voor kunstenaars en kunstminnende leden in Amsterdam is zelfs zo ruimhartig geweest de ruimte gratis ter beschikking te stellen. Zo heeft de vereniging het mogelijk gemaakt en gestimuleerd dat het hedendaagse publiek kennis nam van haar eigen, omstreden oorlogsverleden.

Het spreekt dan ook voor zich dat wij als groep veel samengewerkt hebben met Arti en haar medewerkers. Het eerste contact met verschillende medewerkers ontstond al in een vroeg stadium toen wij nog aan het brainstormen waren over wat het juiste concept zou zijn voor de tentoonstelling. Na een eerste kennismaking en gesprek met medewerkster Mirjam Taverdin mochten we onder leiding van haar collega Adriënne Winthagen het depot bezoeken. Het was heel bijzonder de werken uit de eigen collectie van Arti van zo dichtbij te kunnen bekijken. Dit niet alleen omdat daardoor het idee dat we met elkaar een ‘echte’ tentoonstelling zouden gaan maken, begon te leven, maar ook omdat we direct ideeën kregen welke werken interessant zouden kunnen zijn hiervoor. Bovendien was het ook simpelweg bijzonder een kijkje te krijgen in de ‘keuken’ van een gezelschap met zo’n rijke historie.

Snel hierna kregen we hulp van Ed Boersema, die ons ondersteunde met technische vragen over zaken als belichting, vitrines om objecten in tentoon te stellen en de mogelijkheden van verschillende ophangsystemen. Ook Lotje Pasteuning heeft een grote rol gespeeld bij het tot stand brengen van Arti in oorlogstijd. Lotje had een overkoepelende rol waarbij ze de directe contactpersoon was voor al onze vragen, ideeën en voorstellen. Door haar kennis en enthousiasme was het heel prettig met haar samen te werken.

Na een aantal weken waarin ieder van het groepje tentoonstellingsmakers druk bezig was met zijn eigen taken zodat alles op tijd geregeld zou zijn, mocht ik samen met twee medestudenten de door ons geselecteerde werken van Arti bekijken. Een spannend moment, kan ik wel stellen, omdat er de weken hieraan voorafgaand al diverse malen overlegd was over de vraag of deze eigen werken geschikt zouden zijn voor onze tentoonstelling. Aangenaam verrast waren we toen we het affiche van Mommie Schwarz eindelijk te zien kregen. Door het grote formaat en de diepe kleuren konden we ons direct voorstellen hoe dit werk bezoekers van onze tentoonstelling zou opvallen. Heel trots waren wij ook toen we het portret van Wilhelmina, dat wij mochten tonen op de expositie, in de bestuurskamer van Arti te zien kregen. Het portret is geschilderd door Thérèse Schwartze en speelde gedurende de oorlog een symbolische rol op Arti: de bestuursleden haalden het van de muur omdat dit soort ‘oranjegezinde’ kunst en andere blijken van koningsgezindheid verboden waren door de bezetter. Het werk speelde zo een belangrijke rol in het verhaal dat wij met onze tentoonstelling wilden vertellen. 

Dankbaar zijn wij ook voor alle hulp van de Arti-medewerkers de dagen voor de openingsmiddag. Mirjam Taverdin en Lotje Pasteuning hebben er op toegezien dat de werken die we te leen hadden gekregen bij externe instellingen tot de opening veilig zijn gesteld in de sociëteit. Ed Boersema heeft ons bovendien samen met zijn collega’s van de technische dienst bijgestaan met het daadwerkelijk inrichten van de tentoonstelling. Als groep kunnen wij concluderen dat mede dankzij de nauwe betrokkenheid van Arti et Amicitiae de aanloop naar onze tentoonstelling en ook zeker het tentoonstellingsweekend zelf zo goed zijn verlopen. Het was een waar succes waar ik met veel plezier op terugkijk.

Liza Sandtke

LEAVE A COMMENT

theme by teslathemes